Bijna 28.100 doelgroepwerknemers tewerkgesteld in sociale economie

Bijna 28.100 doelgroepwerknemers tewerkgesteld in sociale economie

Eind 2020 waren 28.079 doelgroepwerknemers tewerkgesteld in de sociale economie in het Vlaamse Gewest. Dat komt overeen met bijna 1% van de totale werkende bevolking. Het gaat om werknemers die moeilijk een plaats vinden op de reguliere arbeidsmarkt.

De sociale economie omvat verschillende werkvormen. Sinds 1 januari 2019 gaat het om de collectieve maatwerkbedrijven en -afdelingen, de lokale diensteneconomie initiatieven en de arbeidszorginitiatieven. De maatwerkbedrijven omvatten de vroegere sociale werkplaatsen en de beschutte werkplaatsen, de maatwerkafdelingen vervangen de vroegere invoegbedrijven.

In 2020 waren er 154 maatwerkbedrijven en -afdelingen, 180 lokale diensteneconomie initiatieven en 53 initiatieven of samenwerkingsverbanden in de arbeidszorg.

Het merendeel van de doelgroepwerknemers werkt in de collectieve maatwerkbedrijven en -afdelingen. In 2020 ging het om 23.318 personen. Dat zijn er 1% minder dan in 2019. Daarnaast waren er in 2020 2.559 doelgroepwerknemers aan het werk in de lokale diensteneconomie. Dat aantal daalde met 3% in vergelijking met 2019. Ten slotte waren er in 2020 ook 2.202 doelgroepwerknemers actief in de arbeidszorg. Tussen 2020 en 2019 daalde hun aantal met 17%.



Sociale EconomiePNG

Merendeel doelgroepwerknemers zijn mannen

Bij het totaal van de doelgroepwerknemers in de sociale economie waren mannen in 2020 in de meerderheid (64%). Bij de lokale diensteneconomie lag het mannelijk overwicht nog iets hoger (66%), bij de arbeidszorg iets lager (61%).

28% van de doelgroepwerknemers in de sociale economie was in 2020 tussen 15 en 34 jaar. 35% was tussen 35 en 49 jaar, 36% tussen 50 en 64 jaar en 1% 65 jaar of ouder. Die aandelen komen in ongeveer gelijke mate terug bij de verschillende werkvormen.



doelgroepmedewekersPNG

Bijna helft doelgroepwerknemers aan het werk in provincies Antwerpen en West-Vlaanderen

Van de doelgroepwerknemers binnen de sociale economie was in 2020 bijna de helft aan het werk in de provincie Antwerpen en West-Vlaanderen (respectievelijk 25% en 24%). In de overige provincies lagen de aandelen lager.

Bij opdeling naar de verschillende maatregelen is bij het collectief maatwerk een gelijkaardig beeld te zien. Dat is niet zo bij de lokale diensteneconomie initiatieven. Daar was in 2020 32% van de doelgroepwerknemers aan de slag in de provincie Antwerpen en 24% in Limburg. Binnen de arbeidszorg werkt het hoogste aandeel doelgroepwerknemers in Oost-Vlaanderen en het laagste aandeel in Vlaams-Brabant. In 2020 ging het respectievelijk om 26% en 14%.



regioPNG

Migratieachtergrond

In het jaarrapport Sociale Economie 2020 valt tenslotte vast te stellen dat  personen van Belgische origine dominant zijn in alle werkvormen, maar het minst in LDE (52,3%). Over de hele sociale economie zijn personen met origine in de Maghreb-landen en Turkije, met 5,7% de tweede groep. Dit heeft vooral te maken met het feit dat dit de tweede grootste originegroep is binnen collectief maatwerk (5,2%). Binnen LDE vinden we personen met origine Azië op de tweede plaats (14,8%).


KnipselPNG

Bron: Departement Werk en Sociale Economie: Sociale economie jaarrapporten
Zoek Blog